UITVOERENDEN

 


Maarten Engeltjes (1984), alt/ countertenor, zingt al vanaf zijn vierde jaar als jongenssopraan. Een erkenning voor zijn bijzondere zangtalent is
de selectie door sir David Wilcocks
om tijdens een jongenskoren festival in
Haarlem (1995) de sopraansolo te zingen in Händels Coronation Anthems.
Een ander hoogtepunt is zijn medewerking als sopraansolist aan een cd-opname in  de Dom van Riga van o.a. Allegri’s Miserere Mei. Op zijn zestiende maakt Maarten
zijn debuut als Countertenor met het zingen van de alt-arias in Bachs Matthäus- Passion. Al snel volgen vele concerten in binnen- en buitenland waaronder Bachs grote meesterwerken als de Matthäus en Johannes Passion, Weihnachtsoratorium, Hohe Messe en vele cantates. Zo ook de grote oratoria van Händel.
In 2003 wordt hij uit een twintigtal getalenteerde countertenoren geselecteerd door de wereldberoemde Michael Chance om deel te nemen aan een door Chance te geven masterclass, welke werd uitgezonden op de Nederlandse televisie. In oktober van 2004 verzorgde Maarten samen met Michael Chance een recital waarin ze duetten van Purcell en Blow ten gehore brachten, waaronder John Blow’s ‘An ode on the death of Mr Henry Purcell’. Dit onder leiding van Gustav Leonhardt. Maarten Engeltjes heeft inmiddels al mogen werken met dirigenten als: Gustav Leonhardt, William Christie, Ton Koopman, Phillipe Pierlot, Christina Pluhar, Gabriel Garrido, Peter Dijkstra, Reinbert de Leeuw, Jos van Veldhoven en Federico Sardelli.
In mei 2007 werd zijn debuutalbum gepresenteerd, waarop hij liederen van Dowland, Byrd en Purcell ten gehore brengt. De kritieken waren unaniem lovend. Dit album stond wekenlang in de top 10 van best verkopende klassieke cd’s in Nederland. Intussen heeft hij ook van Bachs Johannes Passion en solo cantates voor Alt opgenomen, de laatste kwam uit in 2009. In september 2007 studeerde Maarten cum laude met onderscheiding af aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag waar hij studeerde bij Maria Acda, Manon Heijne en Michael Chance. Momenteel wordt Maarten gecoacht door Andreas Scholl en zijn vroegere leraar Richard Levitt.

Interview met Leo Janssen met Maarten Engeltjes

Geluidsfragment:
https://www.concertgebouw.nl/concerten/pergolesi-s-stabat-mater-met-maarten-engeltjes-en-rosemary-joshua/18-09-2016


Rosemary Joshua werd geboren te Cardiff. Na haar studies te hebben voltooid aan het Royal College of Music in Londen vertolkte ze haar eerste operarollen: Zerlina/Don Giovanni in de Scottish Opera en Susanna/”Le Nozze di Figaro” en Sophie/”Der Rosenkavalier” in de English National Opera. De rollen van Susanna en Anne Trulove/”The Rake’s Progress” bracht ze daaropvolgend op het Glyndebourne Festival.

 

Sinds haar debuut in Aix-en-Provence als Angelica/”Orlando” groeide Rosemary Joshua uit tot een vooraanstaande Händelinterprete. Ze zong Poppea/”Agrippina” in Keulen, Brussel en Parijs; Cleopatra/”Giulio Cesare” in Florida en de titelrol in “Semele” op de festivals van Aix-en-Provence en Inssbruck, in de Vlaamse Opera, op de BBC Promenade Concerts en in de English National Opera (waar ze een Laurence Oliver Award in de wacht sleepte in de categorie ‘Outstanding Achievement in Opera’.) Volgend seizoen zal Rosemary Joshua de rol van Semele vertolken in Keulen alsook Ginevra/”Ariodante” in San Diego. Daarnaast heeft de Welshe sopraan ook Susanna gezongen in Keulen, Ilia/”Idomeneo” in Lissabon, Pamina/”Die Zauberflöte” in Brussel en Juliette/”Roméo et Juliette” in San Diego. Recente engagementen zijn Sophie in de Deutsche Oper te Berlijn en de titelrol in “Het Sluwe Vosje” in het Théâtre des Champs Elysées. In de Metropolitan Opera te New York zal ze haar debuut maken als Adele/”Die Fledermaus”. Onder haar toekomstige rollen in de Bayerische Staatsoper kunnen we melding maken van Euridice/”Orfeo ed Euridice”, Sophie en Susanna. Rosemary Joshua treedt regelmatig op in concerten over heel Europa. Ze zong tot dusver met de Philharmonia, de Royal Scottish National en het Freiburger barokorkesten; met de Akademie für Alte Musik (Berlijn) en Les Musiciens du Louvre. Recente optredens zijn Bachs Hohe Messe met het Londen Philharmonic Orchestra onder Mark Elder en Beethovens Negende Symfonie met het Orchestra of the Age of Enlightenment onder leiding van Sir Simon Rattle, concerten met het Scottish Chamber Orchestra onder Nicholas McGegan en Arnold Östman en met Nikolaus Harnoncourt. Onder haar cd-opnamen kunnen we melding maken van “Orlando” met Les Arts Florissant onder William Christie (Erato), “Venus and Adonis” (Blow) met René Jacobs voor Harmonia Mundi, Sophie/”Der Rosenkavalier” voor Chandos, Zandmannetje/”Hänsel und Gretel” voor Teldec en onlangs, Purcells “Dido and Aeneas” onder René Jacobs. De internationaal befaamde operazangeres Rosemary Joshua zong onder meer bij het Royal Opera House, het Teatro alla Scala, de Metropolitan Opera en de Bayerische Staatsoper. Bij De Nationale Opera in Amsterdam was ze de afgelopen seizoenen te zien in de wereldpremière van Orest en de reprise van Het Sluwe Vosje.

Riccardo Menasi erhielt ersten Musikunterricht von seiner Mutter, er studierte moderne Violine bei Paolo Centurioni und Alfredo Fiorentini. Danach wandte er sich der Barockvioline und dem entsprechenden Repertoire zu, seine Lehrer in diesem Bereich waren Enrico Parizzi und Luigi Mangiocavallo (* 1959).
Er ist sowohl als Solist, als auch als Konzertmeister in zahlreichen Ensembles, wie dem: „Le Concert des Nations“ unter Jordi Savall, der „Accademia Bizantina“, dem „Concerto Italiano“, mit Il Giardino Armonico, dem „Concerto Vocale Gent“ unter René Jacobs, dem Collegium 1704 oder dem „Ensemble 415“ unter Chiara Banchini aktiv. Zu den bedeutenden Musikern, mit denen er konzertierte, zählen Enrico Onofri, Viktoria Mullova, Albrecht Mayer, Christophe Coin, Sergio Azzolini oder Reinhard Goebel. Auch als Dirigent hat er mit mehreren namhaften Ensembles gearbeitet, darunter die Kammerakademie Potsdam, das Zürcher Kammerorchester, das Balthasar-Neumann-Ensemble oder das „Helsinki Baroque Orchestra“, dessen 1. Kapellmeister er seit 2008 ist. 2007 gründete er das Kammermusikensemble „Musica Antiqua Roma“, mit dem er Werke des 17. und 18. Jahrhunderts aufführt, ein Schwerpunkt sind die vergessenen römischen Komponisten aus dieser Zeit.
Minasi, dessen Repertoire sich von der Renaissancemusik bis zur Musik der Spätklassik erstreckt, erhielt 2009 eine Berufung als historischer Berater des „Montréal Symphony Orchestra“. 2010 wirkte er als Assistent–Dirigent und Konzertmeister bei der Dortmunder Produktion der Oper Norma von Bellini mit dem Balthasar-Neumann-Ensemble an der Seite von Thomas Hengelbrock, eine der Solistinnen war Cecilia Bartoli. Von 2004 bis 2010 lehrte Minasi Kammermusik am „Vincenco-Bellini-Konservatorium“ in Palermo. Er leitete Meisterklassen und Kurse für Violine, Kammermusik und Barockorchester an der „Longy School of Music“ in Cambridge (USA), der „Sibelius Academy“ in Helsinki, der „Chinese Culture University“ in Taipei, der „Kùks Residence“ in Tschechien, dem „Conservatory of Sydney“ und der „Scuola di Musica“ in Fiesole. Riccardo Minasi stehen unter anderem Violinen des Geigenbauers David Tecchler (1666–1748) oder der Brüder Amati (1623) zur Verfügung.[1][2]
Seit Gründung des Ensembles Il pomo d’oro im Jahr 2012 ist Minasi dessen Chefdirigent. Das neue Orchester konnte bereits mit seiner ersten Einspielung – Vivaldis L’imperatore – Preise gewinnen und edierte im Gründungsjahr auch noch Soloalben der Countertenöre Max Emanuel Cenčić, Franco Fagioli und Xavier Sabata, sowie ein Album mit Venezianischer Barkarole. Seit 2013 gastiert das Ensemble in wichtigen Häusern ganz Europas, beispielsweise im Theater an der Wien, in Paris, München, London, St. Petersburg, Zürich und Barcelona. Im Dezember 2016 wurde Riccardo Minasi als Nachfolger von Ivor Bolton zum Chefdirigenten des Mozarteumorchesters Salzburg bestellt.[3]
Zahlreiche der etwa 20 CD-Einspielungen, an denen er solistisch mitwirkte, erhielten begehrte Schallplattenpreise. Die Aufnahme von Bibers Rosenkranz-Sonaten nahm als Album an der Endrunde des Midem Classical Award für das Jahr 2009 teil.


PRJCT Amsterdam

PRJCT Amsterdam is een nieuw barokensemble rondom countertenor Maarten Engeltjes.
Het ensemble is een combinatie van een vaste kern van
uitmuntende, recent afgestudeerde Nederlandse barokmusici.
PRJCT Amsterdam wordt geleid door een per project gekozen
concertmeester van internationale allure. Zo wordt een omgeving
gecreëerd waarin jong en oud elkaar inspireren.

P.F. Thomése is een van de veelzijdigste schrijvers van ons taalgebied; romancier, essayist, polemist, verhalenverteller, ironicus en scherp cultuurcriticus: onverschrokken en trefzeker en altijd weer verrassend. Een taalvirtuoos in elk genre dat hij beoefent. Veelvuldig genomineerd en bekroond met onder meer de AKO Literatuurprijs en de Bob den Uylprijs, en in meer dan twintig talen vertaald.
Een schrijver die de literaire pers overrompelt met zijn vunzig-vrolijke humor in de J. Kessels-romans als Het bami schandaal, zijn lyriek in Izak en het aangrijpende egodocument Schaduwkind, zijn verhaalkunst in Vladiwostok! en De weldoener, zijn belangstelling voor hoge en lage cultuur, politiek, popmuziek en voetbal, zijn tegendraadse stellingnames en veelstemmigheid in de essaybundel Nergensman, zijn fijnzinnig vakmanschap in de historische roman Het zesde bedrijf en de bundel Zuidland, zijn scherpe blik in het reisverhaal Grillroom Jeruzalem.
In zijn nieuwste roman, De onderwaterzwemmer, herneemt hij zijn belangrijkste thema´s en excelleert hij in een sensitief en meeslepend relaas over de onherstelbaarheid van verlies, schuld daarover en het plaatsvervangende gevoel zelf de afwezige te zijn.
Schaduwkind

‘Een vrouw die haar man begraaft, wordt weduwe genoemd, een man die zonder zijn vrouw achterblijft, weduwnaar. Een kind zonder ouders is wees. Maar hoe heten vader en moeder van een gestorven kind?’

Na de dood van zijn dochtertje Isa vond P.F. Thomese zichzelf terug in doodstille kamers, tussen onervaren woorden die hij nog moest leren schrijven. Schaduwkind is het adembenemende relaas van dit zoeken naar woorden. Een heel leven wordt overhoop gehaald, elke betekenis moet opnieuw worden uitgevonden. ‘Als ze ergens nog is, dan in de taal.’

Schaduwkind is vertaald in meer dan 20 talen. In Nederland zijn er ruim 85.000 exemplaren verkocht.

LarenKlassiek